Regelmatig gaat mijn hoofd sneller dan mijn lijf. In gedachte ben ik drie stappen verder met minimaal vijf verschillende dingen, waardoor ik ‘vergeet’ dat ik fysiek nog iets in mijn handen heb. Met als gevolg dat ik dingen omstoot, een glaasje op het randje van het aanrecht zet, mijn telefoon zo vaak op grond is gevallen dat er nu een flinke barst in zit etc.

Vorige week liep ik even naar buiten met de hond van mijn ouders. Dit doe ik normaal nooit maar dacht nou ja waarom niet. De hond begon te rennen en ik deed mee. Het was eigenlijk wel lekker de stress van de afgelopen week eruit te rennen. Totdat we bekenden zagen en de hond wat harder begon te rennen. Ik ging ook harder rennen. De hond ging nog harder rennen. In een impuls besloot ik dat ik dat ook kon en ik ging ook nog een stapje harder. Terwijl ik in mijn hoofd al op de bestemming was aangekomen, maakt mijn lijf 100 meter eerder een valbeweging naar voren waardoor ik een paar meter over de stoeptegels naar voren gleed. Hmmm, hoe kwam het dat deze specifieke situatie nog nooit voor gekomen was maar ik dit toch herkende als typisch Laura? En hoe kwam het toch dat ik had besloten de hond even mee naar buiten te nemen, even later bebloed terug kwam? Eigenlijk wist het antwoord allang natuurlijk. Nog liggend op de grond begon ik al te lachen omdat ik het gevoel had dat ik in mijn eigen ADHD-meme terecht was gekomen.

Is het dan alleen kommer en kwel? Nee, zeker niet! Precies deze eigenschappen leveren me minstens zo vaak iets positiefs op. In een impuls kan ik besluiten buiten mijn comfortzone te treden. Wat overigens niet betekent dat ik het niet spannend vind, ik heb alleen minder tijd om te twijfelen en achteruit te stappen. En keer op keer kom ik toch tot de conclusie dat er vele pareltjes buiten de comfortzone te vinden zijn. De meeste leerervaringen en bijzondere momenten liggen precies daar.
Een brein wat 500 km per gaat en de eindbestemming al letterlijk voor zich kan zien, kan vele wegen bedenken om er te komen. Lukken routes A, B en C niet, dan zijn er altijd nog de routes X, Y, Z en alles daartussen. Of via C naar L, naar X. Of van P terug naar A en over T naar plaats van bestemming.

Reflecterend op deze ervaring met stoeptegels, kom ik tot de volgende drie conclusies:
Falen/vallen, opstaan, reflecteren op de ervaring en door!
Alleen met de hond gaan rennen op een zachte ondergrond zodat een eventuele val niet zo hard aankomt.
Accepteren dat sommige dingen nou eenmaal een beetje bij me horen. Morgen zal ik weer iets omgooien, op het randje zetten of laten vallen, hoeveel ik er ook op reflecteer. Elke medaille heeft een keerzijde en dat is helemaal ok.